De naam van het kabinet, Dwikora, was een afkorting van Dwi Komando Rakyat: "Tweevoudige Opdracht van het Volk". Dit verwees naar een toespraak van Soekarno op 3 mei 1964 met die naam, waarin hij aangaf dat Indonesië twee belangrijke taken had: "het versterken van de nationale verdediging en de liquidatie van Maleisië."[1] Het eerste punt, "bescherming en voortzetting van de Indonesische revolutie", was een manier voor Soekarno om zijn concept van geleide democratie verder door te voeren en ook zijn eigen rol als 'held van de revolutie' van 1945 verder te versterken.[2] Het tweede punt, Ganyang Malaysia ("vernietiging van Maleisië"), was onderdeel van de Konfrontasi, en Soekarno wilde 21 miljoen vrijwilligers mobiliseren voor de strijd tegen het buurland.[3] Op 17 augustus 1964, precies 19 jaar na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid, hield president Soekarno een toespraak met de titel Tahun Vivere Pericoloso (afgekort Tavip), waarbij tahunIndonesisch is voor "jaar" en Vivere PericolosoItaliaans voor "gevaarlijk leven". Hierin werden de punten van Dwikora nog eens bevestigd, en kort daarna hief Soekarno zijn Kabinet Kerja IV op en het Kabinet Dwikora werd ingesteld om klaar te zijn voor de nieuwe uitdagingen.[4][5]
In lijn met Soekarno's buitenlandse politiek van onafhankelijkheid van de machtsblokken van de Koude Oorlog (zoals ook besproken tijdens de Bandungconferentie van 1955) kwam hij steeds meer in botsing met westerse landen zoals de VS en het VK.[6] Tegelijkertijd was het conflict met buurland Maleisië gaande: de Konfrontasi. Toen Maleisië in 1965 gekozen werd als lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was voor Soekarno de maat vol, en Indonesië trok zich terug als VN-lid. Indonesië is het enige land dat ooit zelf uit de VN is gestapt. Soekarno richtte de CONEFO (Conference of the New Emerging Forces) op als alternatief voor de VN, maar enkel China, Noord-Korea en Vietnam werden lid. Nadat luitenant-generaal Soeharto de macht van Soekarno had overgenomen werd Indonesië in de regeerperiode van het Kabinet Ampera I in 1966 weer VN-lid.
Tijdens de regeerperiode van het Kabinet Dwikora I vond er, in de nacht van 30 september op 1 oktober 1965, een poging tot staatsgreep plaats door de '30-Septemberbeweging' (Gerakan 30 September of G30S): dit staat bekend als de Kudeta. Bij de poging tot staatsgreep werden zes hoge militairen gedood, waaronder commandant van de landmacht (en tevens minister) Ahmad Yani. Coördinerend minister voor defensie en veiligheid Abdul Harris Nasution was een belangrijk doelwit geweest, maar hij overleefde. Zijn vijfjarige dochter Ade Irma Suryani Nasution en zijn adjudant Pierre Tendean werden wel gedood.
Terwijl Soekarno weigerde partij te kiezen, werd door het leger — onder leiding van generaal Soeharto — de schuld aan de communisten van de Communistische Partij van Indonesië (PKI) gegeven. Dit leidde de Indonesische massamoord van 1965-66 in. Ook verschillende communistische politici werden gedood, waaronder de kabinetsleden D.N. Aidit, M.H. Lukman en Njoto. Tegen het einde van de massamoord, in februari 1966, probeerde Soekarno zijn eigen positie weer te verstevigen door het "Verbeterde Dwikora-kabinet" (Kabinet Dwikora Yang Disempurnakan oftewel Dwikorakabinet II) te installeren, wat maar van korte duur zou zijn.[7]
Net als bij de vorige kabinetten van Soekarno werd het aantal ministers wederom vergroot. Het Kabinet Dwikora I bestond uit meer dan 100 ministers en andere beambten met de status van minister.