Marssum
Plaats in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Friesland | ||
Gemeente | Waadhoeke | ||
Coördinaten | 53° 13′ NB, 5° 44′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 7,38[1] km² | ||
- land | 7,24[1] km² | ||
- water | 0,14[1] km² | ||
Inwoners (2023-01-01) | 1.035[1] (140 inw./km²) | ||
Woningvoorraad | 490 woningen[1] | ||
Overig | |||
Woonplaatscode | 2730 | ||
Belangrijke verkeersaders | |||
Website | marssum | ||
Detailkaart | |||
Locatie in de voormalige gemeente Menaldumadeel | |||
Foto's | |||
|
Marssum (officieel, Fries: Marsum) is een dorp in de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland. Het is gelegen ten westen van Leeuwarden, ten noorden van Deinum en ten zuidoosten van Menaldum. Door het dorpsgebied stromen de Ballensvaart en Engelumervaart.
De snelwegen A31, N31 en de N383 komen ten zuidwesten van de dorpskern samen. In 2023 telde het dorp 1.035 inwoners.[1] Een deel van het dorp Ritsumazijl is gelegen binnen het dorpsgebied van Marssum. In 2016 duidde de Nieuwe encyclopedie van Fryslân Franjumerburen en Ritsumaburen van Ritsumazijl als de buurtschappen van/bij het dorp Marssum.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Marssum is ontstaan op een terp die al voor de christelijke jaartelling werd bewoond. Mogelijk is deze alleen kort onbewoond geweest. Rond het jaar 1000 werd het een kruispunt van de zeedijk naar Bolsward en een zeedijk die een gedeelte van de Middelzee afsloot. De kerk van Marssum, de Sint-Pontianuskerk stamt uit de 12e eeuw.
Het dorp werd in 1275 vermeld als Mersum en 1471 als Marssum. De spelling Marsum komt in de 18e eeuw voor het eerst voor. Het is onbekend wat precies de Nederlandse en Friese spelling zou moeten zijn, een dubbel s of niet. De plaatsnaam kan verwijzen naar een woonplaats (heem/um) bij een (breed) water, of verwijzend naar de woonplaats van de persoon 'Mer', al wordt dat laatste niet het meest waarschijnlijke geacht.
Het dorp groeide gestaag over de eeuwen heen. In de 15e eeuw werd even ten zuiden van het dorp het Poptaslot gebouwd door de familie Heringa, het wordt daarom ook wel de Heringastate genoemd. In de twintigste eeuw is dit slot binnen de dorpskern komen te liggen. Even ten westen van het slot lag een haven, deze is echter later verdwenen. Alleen de straatnaam herinnert er nog aan.
In 1984 werd het noordoostelijk buitengebied van Marssum overgeheveld naar de Leeuwarden om de Vliegbasis Leeuwarden geheel onder Leeuwarden te laten vallen.
Bezienswaardigheden
[bewerken | brontekst bewerken]In het dorp bevindt zich het museum Poptaslot, een stins die ook wel Heringastate wordt genoemd. Even ten westen van Marssum staat de Marssumermolen, een uit 1903 daterende poldermolen. Ten zuidwesten van het dorp staat de in 1888 gebouwde poldermolen Terpzigt, de kleinste spinnenkopmolen van Nederland.
Monumenten
[bewerken | brontekst bewerken]Een deel van Marssum is een beschermd dorpsgezicht, een van de beschermde stads- en dorpsgezichten in Friesland. Verder zijn er in het dorp verschillende rijksmonumenten, zie hiervoor de lijst van rijksmonumenten in Marssum.
Cultuur
[bewerken | brontekst bewerken]Het dorpshuis van het dorp, Nij Franjum geheten is een multifunctionele centrum en staat midden in het dorp. De dorpskrant kwam voorheen maandelijks uit. Die functie is overgenomen door de dorpswebsite.
Elk jaar wordt er een Marsumer van het jaar aangewezen.
Onderwijs
[bewerken | brontekst bewerken]Het dorp kent een eigen basisschool, basisschool De Pôlle staat naast het dorpshuis en heeft een peuterspeelzaal en een kinderopvangcentrum.
Overleden in Marssum
[bewerken | brontekst bewerken]- Jaap Goeman Borgesius (1929-2003), politicus en burgemeester
- 'Nieuwe encyclopedie van Fryslân' 2016, Tresoar (kopje Marsum — Marssum) Geraadpleegd op 14 november 2024. Geraadpleegd op 16 november 2024.
- G. van Berkel & K. Samplonius (2018), Nederlandse plaatsnamen verklaard
- Gildemacher, Karel F. (2007). Friese plaatsnamen: alle steden, dorpen en gehuchten. Leeuwarden, Friese Pers/Noordboek.
- Frieslandwonderland.nl (Stichting Fryslâns Ferline); NoordBoek - Peter Karstkarel