NOC*NSF

Nederlands Olympisch Comité
Nederlandse Sport Federatie
NOC*NSF
(NOC*NSF)
Sport Omnisport
Algemene gegevens
Voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg
Zetel Sportcentrum Papendal
Papendallaan 60
6816 VD Arnhem
Land Vlag van Nederland Nederland
Geschiedenis
Oprichtingsdatum 1912 (NOC)
1993 (fusie met NSF)
Structuur
Wereldbond IOC
Website
Portaal  Portaalicoon   Sport
Olympische Spelen

Het NOC*NSF is een Nederlandse sportorganisatie met als doel (top)sport in Nederland te bevorderen. Het NOC*NSF ontstond in 1993 uit een fusie van het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en de Nederlandse Sport Federatie (NSF). Bij het NOC*NSF zijn 90 landelijke sportorganisaties aangesloten. Anneke van Zanen-Nieberg is voorzitter van het NOC*NSF. De organisatie is gevestigd in het Sportcentrum Papendal, te Arnhem. Het NOC*NSF treedt zowel op als Nationaal Olympisch Comité als Nationaal Paralympisch Comité.

Olympische Spelen

[bewerken | brontekst bewerken]

Het NOC*NSF is de Nederlandse vertegenwoordiger in het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en speelt een grote rol bij de selectie voor Nederlandse deelnemers aan de Olympische Spelen. Recente Nederlandse IOC-leden zijn / waren:

Leden ex officio zijn IOC-lid gedurende het voorzitterschap van hun sportfederatie. Wie op persoonlijke titel IOC-lid is, is dat in beginsel tot zijn overlijden.

Lid Termijn
Frits van Tuyll van Serooskerken 1898-1924
Alphert Schimmelpenninck van der Oye 1925-1943
Pieter Scharroo 1924-1957
Charles Pahud de Mortanges 1946-1964
Herman Adriaan van Karnebeek jr. 1964-1977
Kees Kerdel 1977-1986
Els van Breda Vriesman 2001-2008
Anton Geesink 1987-2010
Hein Verbruggen 1998-2008
Willem-Alexander der Nederlanden 1998-2013
Camiel Eurlings 2013-2018

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]
Vijfkampkruis
Vijfkampkruis

Het Nederlands Olympisch Comité heeft sinds 1914 meerdere onderscheidingen ingesteld die, al zijn het particuliere onderscheidingen, ook door Nederlandse burgers en Nederlandse militairen op hun uniform mogen worden gedragen. Voorbeelden zijn het Militaire Vijfkampkruis van het Nederlands Olympisch Comité, de Medaille voor vaardigheidsproeven van het Nederlands Olympisch Comité en de Erepenning van het Nederlandsch Olympisch Comité, een legpenning.

De NSF heeft een aantal van deze onderscheidingen overgenomen waarbij vaak vooral de naam veranderde. Voorbeelden daarvan zijn de Vaardigheidsmedaille van de Nederlandse Sport Federatie en het Nationale Vijfkampkruis van de Nederlandse Sport Federatie, beiden opvolgers van de onderscheidingen van het NOC.

De Erepenning van het Nederlandsch Olympisch Comité kan nog steeds worden toegekend.

Aangesloten sportbonden en geassocieerden

[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de site van het NOC*NSF staan er per 29 mei 2024 79 ledensportorganisaties en 18 geassocieerde organisaties.[2]

Aangesloten sportbonden

[bewerken | brontekst bewerken]

Geassocieerden

[bewerken | brontekst bewerken]

Uitzending atleten naar Spelen

[bewerken | brontekst bewerken]
uitzending
Verantwoordelijk overdracht naar noc*nsf Spelen beperking
NOC 1993 [3] Olympische spelen Zonder beperking
Gehandicaptensport Nederland 2007 [4] Paralympische spelen lichamelijk beperking en visuele beperking
Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond - Deaflympische spelen Auditieve beperking
Special Olympics Nederland - World Special Olympics Verstandelijke beperking

Het Nederlands Olympisch Comité (NOC) werd op 11 september 1912 opgericht in Hotel Krasnapolsky in Amsterdam. In 1993 fuseerde het Nederlands Olympisch Comité met de Nederlandse Sport Federatie, waarna zij samen doorgingen als NOC*NSF.

Het initiatief tot de oprichting van het NOC kwam van Jasper Warner en Carl Hirschman, de voorzitter en de secretaris van de voetbalbond, en van F.W.C.H. baron van Tuyll van Serooskerken, die de eerste voorzitter werd. Doel van het NOC was het bevorderen van sport in het algemeen en het voorbereiden en begeleiden van de nationale teams die naar de Olympische Spelen werden afgevaardigd. Om de tweedelige doelstelling te onderstrepen werd in 1915 de naam NOC uitgebreid en werd Federatie voor Lichaamsvaardigheid toegevoegd.

De Olympische Spelen van 1928 werden in 1921 aan Nederland toegewezen, maar dreigden niet naar Amsterdam te kunnen komen nadat de overheid in 1925 weigerde een subsidie van 1 miljoen gulden te geven. Het NOC en diverse grote kranten startten toen een actie onder het Nederlandse volk en het bedrijfsleven, waarna er ruim 2.500.000 gulden werd opgehaald en de Spelen konden doorgaan.

In 1929 kreeg het NOC een kantoor in Amsterdam maar in 1930 verhuisde dat naar Den Haag, waar het tot 1990 gevestigd bleef, weliswaar op wisselende adressen. In 1946 werden de statuten gewijzigd en werd het NOC het overkoepelend orgaan van de Nederlandse sport.

In 1959 vond een splitsing plaats en werd de Nederlandse Sport Federatie opgericht, waarvan K.J.J. Lotsy de eerste voorzitter werd. De NSF zetelde in Den Haag tot de oprichting van het Nationaal Sportcentrum Papendal te Arnhem in 1971. In 1990 verhuisde het NOC ook naar Papendal en in 1993 gingen het NOC en de NSF weer samen.

De eerste NOC-voorzitter was Frits van Tuyll van Serooskerken (1912-1924). Hij werd opgevolgd door Pieter Scharroo (1924-1925) en daarna was Alphert Schimmelpenninck van der Oye (1925-1943) lang voorzitter. Na de Tweede Wereldoorlog werd Charles Pahud de Mortanges voorzitter (1946-1951) en hij fungeerde ook na de periode van Hans Linthorst Homan (1951-1959) nog kort als voorzitter (1959-1961). Tussen 1961 en 1970 was Herman Adriaan van Karnebeek voorzitter van NOC.

In 1970-1977 was Kees Kerdel voorzitter van het NOC. Hij was in 1937 skikampioen van Nederland geweest en van 1953-1955 voorzitter van de Nederlandse Ski Vereniging, en in 1956, 1960, 1964 was hij chef de mission van de Nederlandse Olympische ploeg. In 1956 waren de Zomerspelen in Melbourne net nadat de Russen Hongarije waren binnengevallen, waarna het NOC niet aan de Spelen deelnam. Hij had achteraf spijt van deze beslissing. Toen zich in 1972 het drama met de Israëlitische ploeg in München afspeelde, liet hij de spelers zelf beslissen of ze wilden blijven. Postuum werd hem door voorzitter Samaranch in 1968 de Olympic Order verleend.

In 1977-1981 was Koos Idenburg voorzitter. Idenburg was daarvoor voorzitter van HGC, aanvoerder van het Nederlandse hockeyteam en voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond. In zijn tijd speelde de discussie over het wel of niet boycotten van de Zomerspelen in Moskou in 1980. Idenburg heeft toen de beslissing genomen om als bestuur niet naar Moskou te gaan, maar het aan de sporters zelf over te laten of zij wilden gaan. Hij werd tot erelid van het NOC benoemd.

Van 21 mei 1985 - 27 januari 1989 was Henk Vonhoff voorzitter. Hij bereidde de fusie met NSF voor. Daarna werd eerst Anneke le Coultre-Foest en vanaf mei 1989 Idenburg interim-voorzitter totdat Wouter Huibregtsen in maart 1990 tot voorzitter werd benoemd. Na de fusie met de Nederlandse Sport Federatie in 1993 was Huibregtsen de eerste voorzitter van het NOC*NSF. Na Erica Terpstra was André Bolhuis voorzitter van NOC*NSF. Op 15 april 2019 werd Anneke van Zanen-Nieberg tot voorzitter gekozen per 22 mei 2019.

Ledenaantallen sportbonden

[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder de ontwikkeling van het ledenaantal en het aantal verenigingen per sportbond op volgorde van grootte:[5]

Nr. Sportbond Ledenaantallen 2022 Verenigingen 2022
Jongens
<18 jaar
Meisjes
<18 jaar
Totaal jeugd
<18 jaar
Mannen
>18 jaar
Vrouwen
>18 jaar
Totaal volwas.
>18 jaar
Totaal
1. Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond 415.000 84.000 499.000 633.000 88.000 721.000 1.220.000
2. Sportvisserij Nederland 56.000 5.000 61.000 613.000 34.000 647.000 708.000
3. Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond 57.000 44.000 101.000 292.000 237.000 529.000 630.000
4. Koninklijke Nederlandse Golf Federatie 7.000 3.000 10.000 286.000 141.000 427.000 437.000
5. Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie 41.000 159.000 200.000 10.000 46.000 56.000 256.000
6. Koninklijke Nederlandse Hockey Bond 42.000 99.000 141.000 41.000 49.000 90.000 231.000
7. Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie 3.000 49.000 52.000 14.000 71.000 85.000 137.000
8. Koninklijke Nederlandse Zwembond 27.000 28.000 55.000 35.000 31.000 66.000 121.000
9. Koninklijke Nederlandse Atletiekunie 18.000 17.000 35.000 46.000 39.000 85.000 120.000
10. Nederlandse Volleybalbond 7.000 28.000 35.000 29.000 40.000 69.000 104.000
11. Nederlandse Bridge Bond 100 50 150 39.000 52.000 91.000 91.150
12. Koninklijk Nederlands Korfbal Verbond 12.000 22.000 34.000 21.000 24.000 45.000 79.000
13. Nederlandse Toer Fiets Unie 2.000 300 2.300 65.000 10.000 75.000 77.300
14. Koninklijk Nederlands Watersport Verbond 8.000 7.000 15.000 44.000 11.000 55.000 70.000
15. Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging 4.000 4.000 8.000 38.000 23.000 61.000 69.000
16. Nederlandse Basketball Bond 21.000 7.000 28.000 21.000 7.000 28.000 56.000
17. Nederlandse Ski Vereniging 5.000 5.000 10.000 24.000 19.000 43.000 53.000
18. Nederlands Handbal Verbond 6.000 18.000 24.000 10.000 18.000 28.000 52.000
19. Koninklijke Wandel Bond Nederland 100 100 200 22.000 29.000 51.000 51.200
20. Koninklijke Nederlandse Roeibond 1.000 700 1.700 21.000 22.000 43.000 44.700
21. Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging 3.000 400 3.400 34.000 4.000 38.000 41.400
22. Judo Bond Nederland 19.000 6.000 25.000 12.000 3.000 15.000 40.000
23. Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond 5.000 10.000 15.000 16.000 9.000 25.000 40.000
24. Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie 8.000 2.000 10.000 25.000 4.000 29.000 39.000
25. Badminton Nederland 5.000 4.000 9.000 17.000 10.000 27.000 36.000
26. Nederlandse Tafeltennis Bond 4.000 1.000 5.000 18.000 4.000 22.000 27.000
27. Nederlandse Darts Bond 100 10 110 24.000 2.000 26.000 26.110
28. Survivalrun Bond Nederland 4.000 3.000 7.000 11.000 5.000 16.000 23.000
29. Koninklijke Nederlandse Biljart Bond 70 - 70 21.000 - 21.000 21.070
30. Nederlandse Triathlon Bond 600 400 1.000 14.000 6.000 20.000 21.000
31. Koninklijke Nederlandse Schaakbond 6.000 1.000 7.000 13.000 500 13.500 20.500
32. Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond 5.000 2.000 7.000 9.000 4.000 13.000 20.000
33. Reddingsbrigade Nederland 5.000 5.000 10.000 6.000 4.000 10.000 20.000
34. Rugby Nederland 7.000 800 7.800 7.000 2.000 9.000 16.800
35. Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart 300 60 360 13.000 1.000 14.000 14.360
36. Nederlandse Jeu de Boules Bond 50 20 70 9.000 5.000 14.000 14.070
37. Nederlandse Onderwatersport Bond 600 300 900 9.000 3.000 12.000 12.900
38. Knac Nationale Autosport Federatie 1.000 200 1.200 8.000 1.000 9.000 10.200
39. Nederlandse Boks Bond 800 300 1.100 7.000 2.000 9.000 10.100
40. Nederlandse Handboog Bond 1.000 500 1.500 6.000 2.000 8.000 9.500
41. Koninklijke Nederlandse Kaatsbond 1.000 1.000 2.000 5.000 2.000 7.000 9.000
42. Nederlandse Bowling Federatie 300 90 390 6.000 2.000 8.000 8.390
43. Squash Bond Nederland 200 60 260 6.000 1.000 7.000 7.260
44. Federatie Oosterse Gevechtskunsten 800 300 1.100 5.000 1.000 6.000 7.100
45. Karate-Do Bond Nederland 2.000 1.000 3.000 3.000 1.000 4.000 7.000
46. Koninklijke Nederlandse Cricket Bond 1.000 - 1.000 4.000 20 4.020 5.020
47. IJshockey Nederland 1.000 300 1.300 3.000 500 3.500 4.800
48. Taekwondo Bond Nederland 1.000 900 1.900 1.000 600 1.600 3.500
49. Koninklijke Nederlandse Dam Bond 200 80 280 3.000 100 3.100 3.380
50. Koninklijke Nederlandse Krachtsport- en Fitnessbond 70 20 90 2.000 800 2.800 2.890
51. Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond 1.000 400 1.400 1.000 400 1.400 2.800
52. Nederlandse Klootschietbond 200 60 260 2.000 400 2.400 2.660
53. Aikido Bond Nederland 500 300 800 1.000 400 1.400 2.200
54. Koninklijke Nederlandsche Kegel Bond 10 10 20 1.000 900 1.900 1.920
55. Nederlandse Frisbee Bond 100 50 150 1.000 400 1.400 1.550
56. American Football Bond Nederland 400 40 440 1.000 100 1.100 1.540
57. Nederlandse Beugel Bond 10 - 10 1.000 200 1.200 1.210
58. Nederlandse Kruisboog Bond 10 - 10 900 300 1.200 1.210
59. Nederlandse Waterski en Wakeboard Bond 100 70 170 700 200 900 1.070
60. Nederlandse Algemene Danssport Bond 30 70 100 400 500 900 1.000
61. Nederlandse Floorball en Unihockey Bond 300 100 400 400 200 600 1.000
62. Nederlandse Lacrosse Bond 40 20 60 400 500 900 960
63. Skateboard Federatie Nederland 600 200 800 20 - 20 820
64. Holland Surfing Association 40 10 50 500 200 700 750
65. Nederlandse Rollersports Bond 40 400 440 90 200 290 730
66. Algemene Nederlandse Sjoelbond - - - 400 300 700 700
67. Koninklijke Nederlandse Kolfbond - - - 300 200 500 500
68. Nederlandse Indoor en Outdoor Bowls Bond - - - 300 200 500 500
69. Nederlandse Go Bond 10 - 10 400 40 440 450
70. Nederlandse Gewichthef Bond 10 10 20 200 200 400 420
71. Nederlandse Minigolf Bond - - - 300 100 400 400
72. Koninklijke Nederlandsche Motorboot Club - - - 300 40 340 340
73. Nederlandse Draken Boot Federatie 10 10 20 200 100 300 320
74. Nederlandse Curling Bond - 10 10 70 40 110 120
75. Bob en Slee Bond Nederland - - - 30 10 40 40
Totaal 818.700 622.650 1.441.350 2.634.910 1.077.650 3.712.560 5.153.910
[bewerken | brontekst bewerken]