Op eigen bodem zou Sébastien Ogier zijn voorsprong in het kampioenschap uitbouwen met alweer een derde zege dit seizoen. Op karakteristieke wijze kwam hij snel uit de startblokken en wist tijdens de eerste etappe een marge neer te zetten die hij in het restant van de rally kon controleren. In zijn tweede gastoptreden voor Citroën leek Sébastien Loeb even in het spoor te kunnen blijven van Ogier, maar de viervoudig winnaar in Corsica verraste zichzelf met een schuiver op de tweede proef, en zou met het opgelopen tijdsverlies geen rol meer spelen in het klassement. Wel keerde hij op de zaterdag terug met opnieuw enkele klassementsproeven die hij op zijn naam zou schrijven en daarmee zijn competitiviteit nogmaals waar maakte. De strijd om de overige podiumplekken werd een veel interessantere affaire. Kris Meeke, die hier een jaar eerder domineerde totdat zijn motor het ongelukkig begaf, miste dit keer de ultieme snelheid, maar had tot in het slot van etappe twee een gedeelde tweede plaats in handen met Thierry Neuville, toen een verkeerde aanwijzing van zijn navigator op de laatste proef van de zaterdag hem op hoge snelheid van het parcours zag gaan en als consequentie de rally laag in de top tien eindigde; daarmee qua resultaat een slecht weekend voor het Citroën team bevestigd. De Toyota's kwamen in de personen van Esapekka Lappi en Ott Tänak na een stroeve start gaandeweg op gang, met voor beide rijders een aantal snelste tijden, en claimde uiteindelijk met Tänak de runner-up positie achter Ogier. Lappi reed op de lange openingsproef van de slotetappe een lekke band en verloor opnieuw in het zicht van de finish een aantal plaatsen in het klassement en in dit geval voor hem een mogelijk podium. Neuville, die vrijwel de gehele rally ontevreden was met de handeling van zijn materiaal en uiteindelijk op de slotproef ook nog werd opgeschrikt toen zijn i20 WRC op drie cilinders kwam te rijden, redde in het eind nog een derde plaats.