Resolutie 2108 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 2108
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 27 juni 2013
Nr. vergadering 6991
Code S/RES/2108
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Wapenstilstand tussen Syrië en Israël
Beslissing Verlengde de UNDOF-waarnemingsmacht in het Midden-Oosten met 6 maanden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2013
Permanente leden
Niet-permanente leden
Het UNDOF-hoofdkwartier in Kamp Faouar.
Het UNDOF-hoofdkwartier in Kamp Faouar.

Resolutie 2108 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 27 juni 2013 met unanimiteit van stemmen aangenomen door de VN-Veiligheidsraad en verlengde de VN-waarnemingsmissie in Syrië verder met een half jaar.[1]

Zie Jom Kipoeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de Jom Kipoeroorlog kwamen Syrië en Israël overeen de wapens neer te leggen. Een waarnemingsmacht van de Verenigde Naties moest op de uitvoer van de twee gesloten akkoorden toezien.

In de marge van de protesten in Syrië vonden ook in het operatiegebied van de macht demonstraties plaats. Op 15 mei en 5 juni 2011 probeerden die Israël binnen te dringen, en daarbij vielen vele doden; het ernstigste incident in UNDOF's bestaan.

In datzelfde jaar begon ook de opstand in Syrië tegen de heersende dictatuur. Deze opstand draaide uit op een langdurige burgeroorlog.

De situatie in het Midden-Oosten bleef gespannen, en er was geen verbetering in zicht. Ook was het akkoord over de terugtrekking van troepen uit het observatiegebied meermaals geschonden en hadden er intense gevechten plaatsgevonden waarbij ook blauwhelmen gewond waren geraakt. Verder werden enkele incidenten waarbij blauwhelmen werden vastgehouden door gewapende Syrische oppositiegroepen sterk veroordeeld.

De partijen werden nogmaals opgeroepen resolutie 338 uit te voeren, terughoudend te zijn, zich aan het staakt-het-vuren te houden en de vredeshandhavers in staat te stellen hun taak veilig uit te voeren. Het mandaat van UNDOF werd verlengd tot 31 december 2013.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]