20e eeuw

Overzicht van de jaren in en rond de 20e eeuw
Jaren 90 1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897 1898 1899
Jaren 00 1900 1901 1902 1903 1904 1905 1906 1907 1908 1909
Jaren 10 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919
Jaren 20 1920 1921 1922 1923 1924 1925 1926 1927 1928 1929
Jaren 30 1930 1931 1932 1933 1934 1935 1936 1937 1938 1939
Jaren 40 1940 1941 1942 1943 1944 1945 1946 1947 1948 1949
Jaren 50 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959
Jaren 60 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969
Jaren 70 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979
Jaren 80 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989
Jaren 90 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999
Jaren 00 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

De 20e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 20e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1901 tot en met 2000. De 20e eeuw behoort tot het 2e millennium.

Langjarige gebeurtenissen en ontwikkelingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldoorlogen

[bewerken | brontekst bewerken]

Internationale organen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De Verenigde Staten nemen de plaats over van het Verenigd Koninkrijk als wereldmacht. In beide wereldoorlogen geeft hun intrede de doorslag bij de eindoverwinning. Na de Eerste Wereldoorlog trekken ze zich nog terug van het wereldpodium, maar na de Tweede Wereldoorlog worden ze leidend in de Verenigde Naties en de NAVO.
  • Na de Tweede Wereldoorlog komt de Verenigde Staten met het Marshallplan, dat voor de wederopbouw van de door de oorlog getroffen landen in Europa moet zorgen.
  • Door arbeidsschaarste in het noorden komt vanaf 1916 in de VS de Great Migration op gang. Afro-Amerikanen trekken van het platteland in het zuiden naar industriesteden als Chicago, Detroit, New York, Washington en Cleveland (Ohio). Ze zoeken niet alleen meer welvaart, maar ook bevrijding van de segregatie en rassendiscriminatie in het zuiden.
  • Er komen nieuwe groepen immigranten naar Latijns-Amerika: Aziaten vestigen zich in de landen aan de Pacifische kust, Italianen migreren naar Zuidelijk Zuid-Amerika, personen uit het Midden-Oosten verspreiden zich over het hele continent en Duitsers trekken naar de binnenlanden.
Midden-Oosten
  • Tijdens de Eerste Wereldoorlog vechten de Arabische landen zich vrij van het Osmaanse Rijk. Ze zijn daartoe aangezet door Groot-Brittannië, dat echter in een geheim verdrag met Frankrijk de invloedssferen al heeft verdeeld. Het Panarabisme bloeit na de Tweede Wereldoorlog weer op, maar leidt niet tot ontwikkeling en welvaart.
  • Het Ottomaanse Rijk verliest de Eerste Wereldoorlog en wordt bezet door de geallieerden, waarna het uiteen valt (1918). Ottomaans officier Mustafa Kemal Atatürk organiseert een succesvolle opstand, waarna de staat Turkije ontstaat (1922). Atatürk schaft het sultanaat en het kalifaat af, waarna onder zijn leiding een moderne samenleving wordt opgebouwd in Turkije. Staat en religie worden gescheiden. De Turken moeten westerse kleding dragen en het Arabische schrift wordt vervangen door het Latijnse. In 1952 wordt het land, dat inmiddels de parlementaire democratie heeft ingevoerd, lid van de NATO. Het land probeert daarna zonder succes lid te worden van de Europese Economische Gemeenschap en de opvolger ervan de Europese Unie.
  • De stichting van de staat Israël (1948), gevolgd door drie oorlogen met de omringende Arabische landen.

Wereldbevolking

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Tussen 1900 en 2000 groeit de wereldbevolking van 1,6 miljard naar 6 miljard mensen. Het hoogtepunt van deze groei ligt rond 1970 als het percentage boven de 2% per jaar ligt. Sindsdien heeft zich een daling ingezet van de groei.
  • In het Westen neemt de groei van de bevolking af door geboorteregeling. De introductie van de anticonceptiepil na 1960 is een mijlpaal in deze ontwikkeling. De Rooms-Katholieke Kerk blijft de meeste middelen van geboortebeperking afwijzen, maar het kerkvolk vindt steeds meer zijn eigen weg.
  • In de Derde Wereld neemt de bevolking explosief toe door de betere gezondheidszorg. Het adagium "The rich get richer, the poor get children" is van toepassing geworden op de wereldbevolking.
  • Bauxiet, een belangrijk bestanddeel voor aluminium, vormt vanaf de ontdekking in 1915 een belangrijke pijler onder de economie van Suriname, vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog, als het land uitgroeit tot de grootste aluminiumleverancier voor de Amerikaanse wapenindustrie.
  • Tien jaar nadat in 1948 in het Nassaugebergte bauxiet is ontdekt, wordt de Afobakadam gebouwd. Deze stuwdam zorgt voor het ontstaan van het Brokopondostuwmeer en levert de energie voor de bauxietwinning. In de jaren 1970 is Suriname de grootste leverancier voor aluminium ter wereld. Vanaf 1982 is er een sterke daling van de prijs van aluminiumoxide, waardoor de inkomsten voor de overheid tussen 1980 en 1987 dalen van 28% naar 3%. Sindsdien loopt de productie sterk terug.

Nederland en België

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De Woningwet maakt de volkshuisvesting tot een werkveld van de overheid. Bouwplannen moeten worden getoetst op eisen van kwaliteit en sloppenwijken worden 'onbewoonbaar verklaard'. Woningbouwverenigingen worden opgericht. Woningen moeten beschikken over stromend water, een WC met afvoer en later ook een douche. Na de Tweede Wereldoorlog heerst een massale woningnood, die de regering dwingt tot een grote inspanning in de woningbouw.
  • Er worden openbare badhuizen gebouwd, omdat er een grotere aandacht komt voor hygiëne, gezondheid en levensstijl. Veel badhuizen zijn een soort openbare badkamers voor de gewone man, daar de arbeiderswoningen vaak zonder sanitaire voorzieningen worden opgeleverd. Wanneer de badhuizen overbodig worden, raken de sauna's in zwang.
  • Opkomst van het maatschappelijk werk in de vorm van woonmaatschappelijk werk, bedrijfsmaatschappelijk werk, armenzorg, jeugdzorg en bejaardenzorg.
  • Vanaf 1898 is Vlaanderen tweetalig, maar de Vlamingen voelen zich behandeld als tweederangsburgers. Na een lange strijd wordt in de taalwet van 1932 het principe van eentaligheid vastgelegd voor Wallonië zowel als Vlaanderen. In 1960 wordt de taalgrens getrokken en vanaf 1970 begint een proces van federalisering van het land.

Gezondheidszorg

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Er komt meer kennis van vitaminen. Een ziekte als rachitis wordt uitgebannen door het slikken van vitamine D in de vorm van levertraan, na de oorlog door de verplichte toevoeging van vitamine D aan margarine. Ook het ultraviolette licht van de hoogtezon is heilzaam.
  • Tuberculose wordt uitgebannen, maar aids en hiv zijn nieuwe, moeilijk te genezen besmettelijke ziekten.
  • Het gebruik van suiker neemt sterk toe, met als gevolg een groei van diabetes, dat door de ontdekking van Insuline wel beter behandelbaar wordt. Ook tandbederf door cariës neemt sterk toe.
  • Ontdekking van het eerste antibioticum, penicilline, door Brits microbioloog Alexander Fleming. Mede dankzij antibiotica worden infecties als voornaamste doodsoorzaak verdrongen door degeneratieve ziektes als kanker, hart- en vaatziektes en dementie.
  • Op initiatief van de Verenigde Staten wordt in 1912 het eerste Opiumverdrag gesloten. Landen verplichten zich samen te werken om niet-medisch gebruik van opiaten te verbieden en te vervolgen. Verdergaande samenwerking wordt in de jaren '60 tot stand gebracht door de Verenigde Naties in het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen.
  • De medische technologie maakt het vanaf 1978 mogelijk om door bevruchting van een eicel buiten het lichaam van de vrouw een zwangerschap tot stand te brengen (in-vitrofertilisatie).

Landbouw en voedsel

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De traditionele familieboerderij met het gemengd bedrijf gaat zich specialiseren. Door ruilverkaveling ontstaan grote akkers en weilanden, meestal met schrikdraad in plaats van de gevlochten haag en de houtwal. Na de Tweede Wereldoorlog wordt het paard ingeruild voor de tractor, en de melkmachine stelt de boer in staat om tientallen koeien op zijn eentje te melken.
  • Door het gebruik van machines en kunstmest ontstaan monocultures. Het massaal gebruik van pesticiden leidt tot vervuiling van bodem, water en lucht. Als tegenhanger ontwikkelt Rudolf Steiner de biologische landbouw.
  • Ook ontstaat de grootschalige gespecialiseerde bio-industrie en intensieve veehouderij. Kalveren worden gemest in boxen, varkens op roosters in plaats van stro. Kippen zitten in legbatterijen.
  • Het conserveren van voedsel voor de winter maakt een snelle ontwikkeling door. Het conservenblik, ontwikkeld in de 19e eeuw, vindt nu massale toepassing. Vanaf 1900 raakt het wecken in zwang, vijftig jaar later verdrongen door het invriezen.
  • Na de Tweede Wereldoorlog dringt de "vreemde keuken" Europa binnen. Vanuit België komen de patates frites naar Nederland; uit Nederlands-Indië de nasi goreng. De Italianen brengen de pizza en de spaghetti naar het noorden. De Amerikaanse fastfood overstroomt de hele wereld en met het massatoerisme en de immigratie komen er in alle steden restaurants met exotische keukens als Vietnamees, Ethiopisch en Mexicaans.
  • Het lukt nog in het geheel niet essentiële benodigdheden eerlijk te verdelen; een klein deel van de wereldbevolking consumeert zeer veel, de rest heeft honger.
  • De wereld wordt afhankelijk van aardolie als brandstof voor machines en van vervoermiddelen. Aan het begin van de eeuw wordt olie nog maar op een paar plaatsen gewonnen: Kazachstan, Java en Texas. Vanaf de jaren dertig wordt het Midden-Oosten de grootste olieleverancier. In Nederland wordt vanaf 1947 olie gewonnen in Schoonebeek, vanaf 1953 in Rijswijk en vanaf 1961 ook offshore.
  • Na de oprichting van de OPEC wordt de olie snel duurder. De brandstof gaat ook een belangrijke rol spelen in de internationale politiek. Zo worden de Verenigde Staten en Nederland getroffen door olieboycots wegens hun steun aan Israël.
  • Aanvullende energiebronnen in de tweede eeuwhelft zijn aardgas, dat onder andere in Groningen uit de bodem wordt gehaald, en kernenergie, waarvan pas tegen het einde van de eeuw de bezwaren en gevaren worden onderkend.
  • De kleding van de soldaten te velde verandert ingrijpend: de bonte uniformjassen maken plaats voor pakken die meer dekking geven. De Engelsen verschijnen tijdens de Boerenoorlog in het kaki, waarna de Duitsers feldgrau kiezen en Nederland legergroen.
  • Het gemechaniseerd geschut, de gemechaniseerde artillerie en de tanks maken het paard overbodig in de oorlogvoering.
  • De onderzeeboot wordt een belangrijk wapen, waarvan in de Eerste Wereldoorlog met name de Duitsers zich bedienen om de bevoorrading van Engeland te bemoeilijken. De afkondiging van de totale duikbootoorlog brengt de Amerikanen in het strijdperk. Ook in de Tweede Wereldoorlog bestrijden de Duitse U-boten de Engelse hegemonie ter zee. In de Koude Oorlog zijn het de Russische atoomonderzeeërs en de met kernwapens uitgeruste Engelse duikboten die de wereldzeeën beheersen.
  • De luchtvaart gaat een grote rol spelen in de oorlogvoering. In de Eerste Wereldoorlog dient het vliegtuig nog slechts als verkenningsmiddel. Maar het Duitse bombardement op Guernica is een ernstige waarschuwing aan de Spaanse Republiek, en in 1940 moet Nederland capituleren na het bombardement op Rotterdam. Vijf jaar later wordt de oorlog beslist door twee vliegtuigen die elk een atoombom afwerpen boven Hiroshima en Nagasaki.

Scheep-, lucht- en ruimtevaart

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De komst van het motorschip betekent een verandering van brandstof: in plaats van steenkool wordt dieselolie gebruikt. Schepen kunnen hierdoor langere afstanden afleggen zonder te bunkeren.
  • De opkomst van de luchtvaart leidt tot de oprichting van nationale luchtvaartmaatschappijen zoals KLM en Sabena, en vliegvelden als Schiphol.
  • De ruimtevaart begint in 1957 met de lancering door de Sovjet-Unie van de Spoetnik. De eerste mens in de ruimte is in 1961 ook een Rus: Joeri Gagarin. De eerste mens op de maan is in 1969 de Amerikaan Neil Armstrong. Echte resultaten worden echter geboekt met behulp van onbemande robots: navigatie door middel van GPS, weersvoorspelling, communicatie, spionage, planetenonderzoek. De belangrijkste ontdekking van de bemande ruimtevaart is het belang van belast bewegen voor de botstructuur.

Waterwerken in Nederland

[bewerken | brontekst bewerken]

Economische ontwikkelingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Economie en geldwezen

[bewerken | brontekst bewerken]

Arbeid en bedrijven

[bewerken | brontekst bewerken]

Belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Het ontstaan van jeugdcultuur. De groep jongvolwassenen heeft meer geld en vrije tijd en gaat die gezamenlijk en naar eigen inzicht besteden.
  • De Rein Leven Beweging en het antimilitarisme uit het begin van de eeuw keren later in de eeuw terug in verzet tegen de consumptiemaatschappij, pacifisme en milieubeweging.
  • Het is de eeuw van de sigaret, die de tabakspijp, sigaar en pruimtabak naar de achtergrond dringt. In de jaren dertig wint de Amerikaanse sigaret het van de Turkse sigaret. Na de Tweede Wereldoorlog komt de filtersigaret erbij, in eerste aanleg vooral populair bij de vrouw. In de jaren zestig beginnen organisaties als het Koningin Wilhelmina Fonds en het Astmafonds te wijzen op de gevaren en bezwaren van het roken en het meeroken. In de jaren negentig worden de eerste beperkingen gesteld aan het roken in openbare ruimtes.
  • De drankbestrijding heeft tijdelijk enig succes, maar de westerse wereld kent ook de opkomst van de drugs en drughandel.
  • Er ontstaat aparte kinderkleding. Kinderboekenschrijvers gaan zich serieus verdiepen in de wereld van het kind.
  • De familie, die bij elkaar in het dorp of de buurt woont, boet in aan belang. Het kerngezin, steeds kleiner van samenstelling, bestaat korter doordat de kinderen eerder het ouderlijk huis verlaten. Steeds meer huwelijken eindigen in echtscheiding.
  • Het feminisme manifesteert zich in de strijd voor Vrouwenkiesrecht. De werkende vrouw wordt al snel onmisbaar op kantoor, op school en in de zorg. Maar op het huwelijk volgt ontslag. Dit verandert in de jaren zestig, al nemen de Nederlandse vrouwen de tijd om hun kinderen groot te brengen. Toch luidt dit het einde van de gescheiden leefsferen voor man en vrouw in.
  • Geboortebeperking wordt in Nederland gepropageerd door de NVSH, die in achterkamertjes condooms en andere voorbehoedsmiddelen verkoopt. Na 1960 brengt de anticonceptiepil de seksuele revolutie op gang. Jongeren gaan samenwonen zonder te trouwen, en vrouwen stellen het krijgen van kinderen uit.
  • Homoseksualiteit wordt na de Tweede Wereldoorlog in beslotenheid gedoogd. Vanaf de jaren zeventig komt er meer uitingsvrijheid.

Recreatie en toerisme

[bewerken | brontekst bewerken]
  • In 1900 verklaart de Zweedse pedagoog Ellen Key de nieuwe eeuw tot 'Eeuw van het kind'. In Nederland begint die eeuw met de invoering van de leerplicht. Maar geleidelijk worden ook sport en spel steeds belangrijker. Zo wordt in 1902 in Amsterdam de eerste openbare speeltuin opgericht en komt het Engelse scouting ook naar België en Nederland.
  • Na de Eerste Wereldoorlog wordt in Europa de werkweek ingekort tot 48 uur. Voor het eerst worden ook enkele doorbetaalde vrije dagen gegeven. Zo ontstaat er tijd voor sport en recreatie.
  • Buurtverenigingen en personeelsverenigingen richten speeltuinen en fanfarekorpsen op, en er worden openbare bibliotheken gesticht.
  • Na de Tweede Wereldoorlog komt het zomerhuisje binnen het bereik van velen, zij het voor de arbeiders een gehuurd huisje voor een week en voor de gegoeden een tweede huis voor de weekends en vakantie. Behalve de Noordzeekust en de Ardennen worden ook de Veluwe, Drenthe, Zeeland en Zuid-Limburg een recreatieve bestemming.
  • Vanaf de jaren zestig komt het massatoerisme op gang naar Frankrijk, Spanje, Italië en Joegoslavië. Tegen het eind van de eeuw zijn vliegvakanties naar bestemmingen over de hele wereld gewoon geworden.

Ruimtelijke ontwikkeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Stad en land
  • Nieuwe materialen veranderen het aanzien van de wereld. Asfalt wordt op grote schaal toegepast in de wegenbouw, en beton wordt onmisbaar in de bouw van flats en bedrijfspanden.
  • Uitvindingen als de lift, het kunstlicht en de airconditioning leiden tot het ontwerp van grote en hoge gebouwen, de wolkenkrabbers, waarmee New York beroemd wordt.
  • Ook in de buitengebieden worden de wegen en paden verhard. In de steden komen de voetgangers door het toenemende verkeer in de verdrukking. De stoepjes voor de huizen maken daarom plaats voor doorlopende trottoirs.
  • De urbanisatie verplaatst zich naar de derde wereld. waar rond de grote steden enorme sloppenwijken ontstaan. In Europa en de Verenigde Staten treedt juist suburbanisatie op: door de toenemende mobiliteit kunnen de mensen buiten de steden gaan wonen. De stadscentra verpauperen, wat dan weer het proces versnelt. Na 1970 gaan de overheden over tot stadsvernieuwing, of ze gaan een proces van gentrificatie bevorderen. Steden als New York, Londen en Amsterdam worden bevolkt door young urban professionals.
  • Het is de eeuw van de winkel. In de eerste helft is er een wildgroei van winkels op vrijwel elke straathoek, met als nieuwigheid de etalage. In de grotere steden verrijzen warenhuizen naar Frans voorbeeld. Na de oorlog gaat men winkels concentreren in winkelcentra en wint het grootwinkelbedrijf terrein. Vanaf de jaren zestig nemen supermarkten een hoge vlucht.
  • Vanaf de jaren twintig zijn het nieuwe bouwen en de stedenbouwkundige visie van Le Corbusier toonaangevend in architectenkringen, en later ook daarbuiten. De vele nieuwe wijken en steden die worden gebouwd met "licht, lucht en ruimte", volgens het concept van functiescheiding, blijken echter in de praktijk onveilig en op den duur onleefbaar. In 1961 brengt Jane Jacobs een tegenbeweging op gang, die zich verzet tegen de afbraak van oude binnensteden en volkswijken. Vervolgens leven de binnensteden op, terwijl de buitenwijken beginnen te vervallen.

Natuur en recreatie

[bewerken | brontekst bewerken]
  • In het begin van de 20e eeuw wordt in Nederland begonnen met herbebossing. Het gaat in veel gevallen om grovedennenbossen, eenvormige percelen met bomen van dezelfde leeftijd. Zij zijn bestemd voor mijnbouw, jacht en erosiebestrijding.
  • Vanaf omstreeks 1975 streeft men een geïntegreerd bosbeheer na. Om meer natuurlijk bos te krijgen blijft dood hout vaak liggen, wat schuil- of voedselmogelijkheden voor allerlei insecten, schimmels, vogels en dergelijke biedt. Ook worden door lokaal te rooien open plekken geschapen waar inheemse soorten kunnen groeien. Natuurherstel van vennen en waterlopen levert eveneens een bijdrage aan een meer afwisselend bos.
Kunst

Belangrijke personen

[bewerken | brontekst bewerken]

Politiek, religie en maatschappij

[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschap, technologie en zaken

[bewerken | brontekst bewerken]

Kunst, sport en amusement

[bewerken | brontekst bewerken]
  • (en) Historical Atlas of the Twentieth Century
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Atlas of the 20th century op Wikimedia Commons.